23 december 2017

Oproep tot een positieve tussenkomst aan de EU



 
Stop de oorlog in Syrië, werk mee aan de heropbouw en aan een veilige terugkeer van Syrische vluchtelingen
Oproep tot een positieve tussenkomst aan de EU
Farouk Al-Hasbani en Akram Hamo  en de Syrië-werkgroep van de GROSHerent


22 november 2017 


I. Inleiding

De oorlog in Syrië duurt nu al bijna 7 jaar. De opstand voor democratie en respect voor de mensenrechten is geëvolueerd tot een burgeroorlog en zelfs ‘een plaatselijke wereldoorlog’. Het is een ingewikkeld kluwen geworden van plaatselijke, regionale en internationale actoren. Hij heeft geleid tot vernietiging van een groot deel van de infrastructuur van het land, de dood van honderdduizenden onschuldige mensen, de creatie van armoede en een humanitaire catastrofe, en tot een grote vluchtelingenstroom binnen en uit het land. 

Alle eerdere pogingen om een eind te maken aan het conflict en aan de oorlog konden de verschillende partijen niet bij elkaar brengen. De focus werd gelegd op de militaire overwinning van de zogenaamde Islamitische Staat maar de actoren waren ook uit op de verovering van zoveel mogelijk terrein. Het regime, Rusland, Iran en de internationale coalitie o.l.v. de VSA, Turkije, Arabische landen, jihadistische milities streefden ernaar om voorrang te geven aan hun eigen belangen, en de verdedigers van het volk in de oppositie zijn geen verkozen vertegenwoordigers van de bevolking. 

Ook de inspanningen in het kader van de Verenigde Naties van de verschillende bemiddelaars hebben tot nog toe geen resultaat opgeleverd. 
Er is nood aan een externe neutrale kracht om tot een duurzame oplossing te komen. De EU is de grootste humanitaire donor, maar speelt in het politieke proces tot nog toe geen significante rol.

Op het EU-beleid t.a.v. Syrische vluchtelingen is er door
vluchtelingenorganisaties sterke kritiek geleverd, en vooral op het mislukte spreidingsplan van september 2015 en het akkoord van 18 maart 2016 tussen de E.U. en Turkije. Bij Europese instanties en burgers heerst er angst en afkeer voor de wandaden die er via de media en via persoonlijke verhalen bekend zijn. Daarom wil het merendeel van de Europeanen een afstand bewaren tegenover het conflict. Men vreest ook voor het verlies aan een eigen identiteit in Europa en men wil de eigen samenleving beschermen.
De confrontatie en dialoog met de vluchtelingen is echter ook een uitdaging om de veronderstelde eigen identiteit in vraag te stellen en om te werken aan een gastvrije samenleving, met respect voor alle burgers. 
Toch hebben de E.U. en Europese landen tijdens de oorlog veel hulp aan de Syriërs en aan de Syrische vluchtelingen geboden. Er is medevoelen gegroeid met vluchtelingen bij een aantal burgers en dat stimuleert de interesse en solidariteit voor de slachtoffers van de oorlog. Zo zijn er in de afgelopen zeven jaar intense relaties gegroeid tussen een aantal Syriërs en Europeanen. De EU kan dus een intermediaire en stimulerende rol spelen. 

Daarom willen wij nu een oproep doen aan de Europese Unie voor een positieve interventie:

       om de oorlog te stoppen en een vredesakkoord te sluiten, 
       om mee te werken aan de heropbouw van Syrië,
       om het samenleven met respect voor alle bevolkingsgroepen mogelijk te maken 
       en om de Syrische vluchtelingen een veilige terugkeer te waarborgen. 

Deze oproep gaat uit van dr. Farouk Al-Hasbani, gewezen professor aan de universiteit van Damascus, nu erkend vluchteling in België, en van Akram Hamo, voorzitter van de Belgisch-Koerdische vereniging Hevi. In onderlinge dialoog hebben zij samen deze oproep uitgewerkt.
De Syrië-werkgroep van de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking Herent heeft deze dialoog gefaciliteerd en ondersteunt deze oproep. In onze plaatselijke gemeenschap organiseerde de GROSH meerdere informatie- en sensibiliserings- en solidariteitsinitiatieven over en voor Syrië. De GROSH is een verzamelpunt van burgers, plaatselijke solidariteitsgroepen en kernen van nationale ontwikkelingsorganisaties en wil deze politieke oproep van Syrische burgers op het Europese niveau brengen. Zo verlenen we ook steun aan het werk van vreedzame en democratische Syrische civiele organisaties die nu proberen de belangen van de burgers te verdedigen. Het opbouwen van een democratische en inclusieve samenleving in Syrië na de oorlog zal vooral door de Syriërs moeten gebeuren. Met het militair verslaan van IS wordt het politieke en maatschappelijk werk en de internationale ondersteuning hiervan des te belangrijker en dringender. 

II. Krachtlijnen. 

Deze oproep steunt op volgende krachtlijnen. Wij beseffen als geëngageerde burgers, die geen politici, diplomaten of technische experten zijn, dat deze concreter moeten uitgewerkt worden. 

1.           De oorlog moet stoppen. Er kan geen oplossing komen door wapens. De verschillende partijen kunnen immers elkaar niet verslaan. Een effectief en duurzaam vredesakkoord kan alleen bereikt worden door politieke onderhandelingen, liefst in het kader van de Verenigde Naties, tussen de verschillende regionale en internationale actoren zoals Rusland, Iran, Turkije, de VSA, de E.U., … (zonder dat zij blijven gebruik maken van hun vetorecht) en de verkozen vertegenwoordigers van alle vredesgezinde Syrische actoren, met uitsluiting van de terreurgroepen. De EU kan in dit vredesproces het voortouw nemen als min of meer neutrale partij. 

2.           Een einde aan de gevechten en een staakt-het-vuren in gans het land van alle militaire krachten moet bewaakt worden door onafhankelijke waarnemers met vertegenwoordigers van de EU en de VN om de verschillende partijen te controleren. Eventueel moeten VN-vredestroepen ingeschakeld worden op het terrein om de vijandige krachten uit elkaar te houden en humanitaire toegang tot heel Syrië mogelijk te maken. 
Alle gewapende groepen moeten ontwapenen/demobiliseren. Een nieuw nationaal leger en politie kan gevormd worden uit de strijdkrachten van het regime, het Vrije Syrische leger, en de strijdkrachten van de Koerden.

3.           Een onafhankelijke overgangscommissie moet gevormd worden om het proces van politieke onderhandelingen te leiden (onder supervisie van de VN). Zij kan voortbouwen op de inspanningen van de Internationale Steungroep voor Syrië
(ISSG) en VN-bemiddelaar Stafan de Mistura maar ze moet effectieve beslissingsmacht hebben. Deze commissie moet samengesteld worden door Syriërs zowel van het regime, de oppositie als van de Koerden met verkozen vertegenwoordigers van de Syrische bevolking uit Syrië, en de plaatsen waar nu de meerderheid van de Syriërs zich bevindt (Europese landen, vluchtelingen in Turkije, Jordanië en Libanon). Een Europese delegatie zou directe onderhandelingen kunnen voeren met Bashar al-Assad om echte vertegenwoordigers van het regime met beslissingsbevoegdheid aan te duiden voor deze overgangscommissie, zodat deze besprekingen niet voortdurend vertraging oplopen. 

4.           In een transitieperiode zou aan de huidige president Bashar al-Assad een protocollaire/ceremoniële functie gegeven kunnen worden. De reële bevoegdheden voor het bestuur van het land zouden zo aan de premier toekomen. 

De overgangscommissie moet een comité de opdracht geven om een nieuwe grondwet op te stellen. Deze grondwet moet op volgende principes steunen: 
       een democratische staat
       respect voor de mensenrechten zoals gelijke rechten voor iedereen en recht op vrije meningsuiting
       een seculiere staat: scheiding van geloof en staat, met de vrijheid voor alle religies hun erediensten te beoefenen 
       een inclusieve, multi-etnische, multireligieuze en tolerante staat, met deelname van alle delen van de bevolking aan het bestuur van de staat en met respect voor alle minderheden
       eenheid van het hele land, maar een federale staat met autonomie voor de Koerden (zonder ons nu uit te spreken over de geografische afbakening) met erkenning van de Koerdische taal als officiële taal en met het recht om in hun deelstaat in de eigen Koerdische taal onderwijs te organiseren
       een nieuwe naam voor het land: ‘Syrische Republiek’ in plaats van ‘Syrisch Arabische Republiek’. 

Op basis van deze nieuwe grondwet moeten verkiezingen gehouden worden op alle niveaus (presidentieel, nationaal parlement, parlementen deelstaten, gemeenten) met buitenlandse waarnemers.

5.           Een comité voor vluchtelingenzaken onder gezag van de overgangscommissie moet de veilige terugkeer van vluchtelingen garanderen en bewaken zodat de teruggekeerde vluchtelingen hun rechten en hun goederen kunnen terug krijgen, en opdat wraakacties en sectaire verplaatsingen van bevolkingsgroepen (demographic engineering) zouden vermeden worden. VN-observatoren en vertegenwoordiging van de EU kunnen hierin met gezag een onpartijdige controle uitoefenen en de uitvoering bewaken. 

6.           Een Syrisch oorlogstribunaal moet opgericht worden, aansluitend bij de beslissing van de VN op 21 december 2016 voor het oprichten van een internationaal, onpartijdig en onafhankelijk mechanisme voor onderzoek en vervolging, om al wie verantwoordelijk is voor en uitvoerder is van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid (zowel van regime als van oppositie) te berechten en te straffen.

7.           Voor de heropbouw van het land zowel op vlak van infrastructuur, humanitaire hulp als de opbouw van de samenleving zal veel geld nodig zijn. De internationale gemeenschap en ook de EU moeten hiervoor fondsen verzamelen. Anderzijds kunnen de natuurlijke rijkdommen van Syrië aangewend worden voor de reconstructie. Europese bedrijven kunnen daarin hun aandeel verkrijgen. Een onafhankelijk internationaal orgaan moet waken over de besteding van de gelden voor de heropbouw. 
Vreedzame en democratische Syrische civiele organisaties moeten in de heropbouw van de samenleving internationale steun krijgen. Zij moeten in de politieke dialoog betrokken worden. Het Kwartet voor de Nationale Dialoog in Tunesië (vakbonden, industrie, mensenrechtenorganisaties, en advocaten), dat de Nobelprijs voor de Vrede kreeg in 2015, kan hiervoor als voorbeeld dienen. 

III. Uitnodiging tot actie

Wij roepen de Vlaamse Europese Parlementsleden, de federale fractieleiders en leden van de commissie Buitenlandse Zaken van het federale Belgische parlement, en de Belgische Minister van Buitenlandse Zaken op  om dringend de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid en Vicepresident van de Europese Commissie te stimuleren  om initiatieven te nemen om deze krachtlijnen te concretiseren en om op die manier ook uitvoering te geven aan de EU-strategie over Syrië van 3 april 2017 en de resolutie van het EP dienaangaande van 18 mei 2017. 
Wij vragen daarom dat de EU haar steun aan het politiek proces in het kader van de VN nog verhoogt. Wij hopen dat op de Brusselse Conferentie in 2018 al resultaten kunnen voorgelegd worden. 

Dr. Farouk Al-Hasbani en Akram Hamo
Met de steun van de Syrië-werkgroep GROSHerent
An Crivits, Leni Creuwels, Marcel De Prins, Jan Engelen, Koen Neyens, Yvette Van
Malleghem, Ria Verjauw 

Contactadres: Marcel De Prins, Kouterstraat 94 C, 3020 Herent, marcel_deprins@skynet.be, 00 32 (0)486 34 22 95